Igor Sijsling: gedreven, rustig en eerlijk
Passie voor tennis
Waarom tennis? “Gewoon het bezig zijn, het sporten, de rivaliteit. Dat is waarvan ik al jaren lang geniet,” vertelt Igor Sijsling, geboren op 18 augustus 1987. Die sportiviteit zat er al vroeg in bij de proftennisser. Als driejarige was hij al aan het straatvoetballen, volgde Igor balletlessen en deed hij aan basketbal. Op zijn vijfde ontdekte de sportliefhebber zijn tennistalent. Vanaf dat moment heeft hij heel wat uren met zijn ouders op de baan gestaan. Vooral met zijn moeder, met wie hij de grote passie voor sport deelt. Zijn sporthelden vroeger waren Michael Jordan en Dennis Bergkamp.
“Je hebt genoeg gespeeld en het kan een sleur worden als je te veel speelt.”
Gretig om te spelen
In de omgang maakt Sijsling een hele prettige, bedachtzame en rustige indruk. Maar vergis je niet, hij is een gedreven topsporter. Zijn coach Raymond Knaap, met wie hij sinds augustus 2014 samenwerkt heeft hem deze zomer even afgeremd. Zelf dacht Igor: “Ik ga wel door, ik wil wedstrijden spelen.” Knaap daarentegen wilde liever eerst aan wat dingen werken en het even rustig aan doen. “Je hebt genoeg gespeeld en het kan een sleur worden als je te veel speelt,” was hij van mening. Een paar weken zonder van wedstrijden naar wedstrijd te vliegen, hebben Igor goed gedaan. “Vooral mentaal, omdat ik nu gewoon nog gretiger ben om te spelen.”
Mondiale top 10 tot met 18
Igor koos op zijn twaalfde definitief voor tennis en speelde bij jong Oranje. Terecht, zo bleek. Het supertalent werd twee keer Nederlands kampioen tot met 18 jaar. En in Zwitserland werd hij zelfs vice-Europees Kampioen. Datzelfde jaar schaarde hij zich bovendien bij de beste 10 tennissers tot met 18 van de wereld. Ondertussen behaalde de hardwerkende Igor ook zijn gymnasiumdiploma in Amsterdam. Dat was het moment om zijn profcarrière te starten. Tijdens dit eerste profjaar in 2005 wist hij meteen een Challenger te winnen in Rusland. Ook werd hij Nederlands kampioen en won hij de masters in Rotterdam in 2007. Datzelfde jaar maakte Igor ook zijn Davis Cup debuut tijdens de ontmoeting met Groot-Brittannië, waarin hij helaas met drie sets van Tim Henman verloor.
“Als ik speel, dan wil ik winnen. Daar focus ik op. Ik hoop dan een mooie pot te kunnen neerzetten en een punt binnen te slepen.”
Het Oranje gevoel
Wat komt er in je op als je aan de Davis Cup denkt? “Het groepsgevoel dat je niet vaak meemaakt in tennis. Dat maakt de Davis Cup echt anders dan alle andere weken. Normaal ben je in je eentje en met je coach en nu is het toch meer een team waarin het gaat gebeuren.” Of hem dat vooral een boost geeft of extra druk? “Het is een mooie ervaring om voor Nederland uit te komen en met deze jongens samen op de baan te staan. En mijn doel is dan simpel. Als ik speel, dan wil ik winnen. Daar focus ik op. Ik hoop dan een mooie pot te kunnen neerzetten en een punt binnen te slepen.” Helaas slaagde hij hier niet in tijdens het openingsduel tegen de Kroaat Mate Delic. Deze nummer 154 van de wereld debuteerde in het Kroatische Davis Cup team en had zelfs nog nooit een vijfsetter gespeeld. “Ja, ik voelde me wel verplicht om deze wedstrijd te winnen gezien het verschil in ranking en ervaring,” vertelt een teleurgestelde Sijsling na afloop. Dat dat niet gelukt is, lijkt vooral aan twee factoren te hebben gelegen: wedstrijdspanning en fysieke fitheid.
“Dat gedrag zou gemaakt zijn en ik hoop de mensen te kunnen entertainen met mijn spel en niet zozeer met mijn gedrag.”
Geen gemaakt gedrag
Hoewel Igor nauwelijks emoties toont op de baan, geeft hij duidelijk om Oranje. “Hoewel ik er voor mijn gevoel alles aan gedaan heb om deze wedstrijd te winnen, voelt het alsof ik het team in de steek heb gelaten.” Verder had hij veel last van wedstrijdspanning vooraf, meer dan normaal. “Ik heb ook niet goed geslapen en kon niet goed eten. Die spanning sloeg bovendien om in vermoeidheid op de baan.” En waar spelers als Thiemo en Robin energie lijken te halen uit interactie met het publiek zit de introverte Igor heel anders in elkaar. “Een vuist ballen en interactie zoeken met de Oranje fans is voor mij heel moeilijk, vooral tijdens een partij die helemaal niet loopt zoals ik wil. Dat gedrag kost energie. En hoewel ik wel begrijp dat mensen graag naar een extraverte speler kijken, ben ik daar niet op die manier mee bezig. Dat gedrag zou gemaakt zijn en ik hoop de mensen te kunnen entertainen met mijn spel en niet zozeer met mijn gedrag.”
Fysieke problemen
Fysiek heeft Sijsling hard gewerkt met zijn nieuwe coach. “Het voelt op zich ook goed, alleen was het dus heel teleurstellend dat ik op US-Open wel fysiek moest afhaken.” En dit probleem sloeg tijdens de Davis Cup dus weer opnieuw toe. “Ik blijk niet sterk genoeg en dat is ontzettend balen. Het is een probleem waar ik in het verleden vaker mee te kampen heb gehad. Wat ik er precies aan kan doen is lastig om te zetten. Mijn bloed is op alle mogelijke manier getest en ik let op mijn voeding. Eerst deed ik dat op zo’n 60% van mijn kunnen, maar nu maak ik stappen en ga ik richting die 100% om dit fysieke probleem aan te pakken. Mogelijk ga ik ook nog praten met experts in Australië. Wel denk ik dat ik mijn bouw ook gewoon niet mee heb voor het spelen van lange vijfsetters.” Daarnaast hebben Igor en Knaap ook aan wat technische dingen gewerkt. “Bijvoorbeeld dat ik met mijn backhand probeer om ietsje meer rond de bal te komen, zodat ze dieper gaan.”
“Ik voel me er prettig bij om me niet te veel te uiten op de baan,
omdat positieve uitingen ook kunnen omslaan in hele negatieve uitingen.”
Van rebel naar de rust zelve
Hoewel sommige tennisliefhebbers graag kijken naar emoties op de baan, is het ook erg knap om zo rustig te blijven tijdens de wedstrijd. Voelt Igor zich van binnen dan ook zo rustig? “Nee absoluut niet, daarbinnen kan het wel chaos zijn. Maar ik voel me er prettig bij om gewoon rustig aan te doen en dat niet te veel te uiten, omdat positieve uitingen ook kunnen omslaan in hele negatieve uitingen.” Of hij dat van naturen zo in zich heeft? “Nee, toen ik jonger was, had ik dat absoluut niet. Toen was ik vrij rebels en ook wel vrij luidruchtig op de baan. Maar uiteindelijk heb ik dat veranderd. Ik weet niet precies hoe dat kwam. Er is geen coach geweest die daar extreem op gehamerd heeft of zo. Zelf voel ik me er zo prettig bij.”
“Tennis is eindeloos vallen en opstaan. Wel zie ik nog steeds een stijgende lijn in mijn carrière.”
Het primaire doel
Tijdens zijn carrière ervaart de Amsterdammer ups en downs. Igor kent blessureleed en partijen verliezen is soms lastig. “Tennis is eindeloos vallen en opstaan. Wel zie ik nog steeds een stijgende lijn in mijn carrière. Ik zie een ranking die over het algemeen vooruit gaat. Daarbij hoef je niet ieder half jaar met elkaar te vergelijken, maar ik denk dat ik nog hoger kan en ik ben zeker hongerig naar verbeterpunten.” Hij heeft nog een paar punten nodig om in de top 100 te blijven. “Dat is het primaire doel. Daarvoor speel ik een aantal Challengers in Frankrijk.” De Nederlandse topper geeft wel toe de ATP toernooien mooier te vinden. “Soms speel je die Challenger toernooien noodgedrongen in verband met toelating en het behalen van punten voor de wereldranglijst. Die afweging maak ik dan heel bewust.” Het goede nieuws voor Igor is dat de baansoort waarvan hij het meest houdt er aankomt: indoor hardcourt. “Dus ik heb wel zin in de komende toernooien”, zegt hij lachend. Op hardcourt schitterde hij al eerder tijdens de Australian Open in 2013 waarin hij met landgenoot Haase de dubbelfinale behaalde. Zijn mooiste overwinning ooit vond ook plaats op de indoor hardcourtbanen van Rotterdam. Toen versloeg hij de Fransman Tsonga, de toenmalige nummer acht van de wereld. Laten we dus hopen op een aantal mooie toernooien op het Franse hardcourt voor Igor zodat hij dit jaar kan afsluiten met een mooie plek in de top 100 van de wereld.
BEKIJK DE GEHELE FOTO’S EN DE SLIDESHOW. KLIK OP EEN FOTO EN DE FOTO’S WORDEN NOG MOOIER!
Graag meer interviews lezen?
Klik hier voor interviews met o.a. Goran Ivanisevic, Tommy Robredo,
Alexandr Dolgopolov, Thiemo de Bakker en Arantxa Rus.